Havenmeester Jos de Groot was op donderdag 1 mei precies veertig jaar in dienst bij Stichting Jachthaven Hoorn. Al die tijd is hij een vertrouwd gezicht op de Grashaven. In vier decennia zag hij de haven, het werk en de watersportwereld veranderen – en daarover weet Jos mooie verhalen te vertellen.
Op Jos’ eerste werkdag werd hij rondgeleid door voormalig secretaris Gerard Kromheer. ‘Hij was ook degene die het woord voerde tijdens mijn sollicitatiegesprek’, steekt Jos van wal. ‘De drie havenmeesters waren destijds op zoek naar een assistent-havenmeester en plaatsten daarvoor een advertentie in de krant. Mijn eerste taak? Maar liefst negentig sollicitanten afzeggen en laten weten dat de keuze al was gemaakt.’
Toen de masten nog in houten rekken lagen
‘In de afgelopen veertig jaar is er ontzettend veel veranderd — vooral in de manier van werken. Waar vroeger alles met de hand gebeurde, werken we nu met moderne hulpmiddelen. Destijds hadden we houten rekken waar de masten in werden opgeborgen en iedereen had z’n eigen scheepsbok. Ik kan je vertellen: dat waren soms best aparte creaties. In het najaar ontdeden we ze van onkruid en plaatsten we deze op het onverharde terrein. Platbodems en motorboten stonden op oude oliedrums met een spoorbiels erop. Tegenwoordig gaat het allemaal veel efficiënter. We werken met standaardbokken, een heftruck en een botenkar. Ook het terrein zelf is flink aangepakt — het is inmiddels schoon en strak georganiseerd, terwijl het vroeger nog iets weg had van een rimboe. De rest van de omgeving is ook veranderd. Op de plek waar nu appartementen staan, stonden ooit een houtzagerij, een sloperij en een paar kleine huisjes. Gaandeweg is dat gebied omgevormd tot wat het nu geworden is.’
Er zijn veel bijzondere momenten geweest. ‘Een leuke herinnering gaat over mijn vorige collega Wim. We deden toen niet aan reserveringen en Wim nam dat héél letterlijk. Op een gegeven moment zou de Groene Draeck – het koninklijk schip – onze haven bezoeken. Maar reserveren mocht niet, dus werd ook dat verzoek geweigerd. De commissaris van de Koning bemoeide zich ermee en uiteindelijk werd zelfs de burgemeester erbij betrokken. Vervolgens kwam dit verhaal bij het bestuur terecht. De Groene Draeck kwam toen niet, maar gelukkig later alsnog.’

De haven die zijn naam niet kreeg, maar verdiende
‘In 1969 opende de Groene Draeck eerst de Compagnieshaven en later de Nieuwe Haven, zoals het hier toen heette. Officieel kreeg deze in de jaren ’90 de naam Grashaven. In de volksmond werd hij zo al genoemd. De uitbreiding was eigenlijk bedoeld als verlengstuk van de VOC-haven, de haven werd nooit door de VOC in gebruik genomen en slibde met de jaren langzaam dicht waardoor er door de ondiepte steeds meer gras en riet begon te groeien. Door de inwoners van Hoorn werd de haven daardoor gekscherend al “Grashaven” genoemd.’
Veertig jaar werkplezier aan de kade
‘Wat dit werk zo leuk maakt, is de vrijheid om je dag grotendeels zelf in te delen. Er is altijd wel iets te doen. Het contact met mensen vind ik een van de leukste aspecten. Er hangt hier een soort vakantiesfeer — meestal is iedereen vrolijk en in een goed humeur. In de jaren ’80 en ‘90 hadden we jaarlijks wel 10.000 passanten die hier kwamen overnachten. Watersport zat toen flink in de lift. Inmiddels is dat wat afgenomen: mensen keren vaker terug naar hun eigen thuishaven. Gelukkig vangen we dat tegenwoordig mooi op met het toenemende aantal campers dat onze haven bezoekt.’
‘Ik hoop hier nog vijf mooie jaren te kunnen werken, daarna ga ik richting mijn pensioen’, sluit Jos af. ‘In de jaren ’90 heb ik nog even overwogen om op een vacature in Lelystad te reageren, maar ik woon in Hoorn en besloot lekker hier te blijven. Daar heb ik nooit spijt van gehad.’